Precieze informatie over de termijn(en) voor herzieningsprocedures
Aanbesteder deelt elke Gegadigde haar voorlopige selectiebesluit mee.
Vanaf de dagtekening van het (voorgenomen) selectiebesluit is er gedurende 7 kalenderdagen gelegenheid om
eventuele bezwaren ten aanzien van dit besluit schriftelijk kenbaar te maken.
Gedurende deze periode kunnen Gegadigden bezwaar maken tegen het (voorgenomen) selectiebesluit, en wel door
betekening van een dagvaarding in kort geding. Indien na het verstrijken van deze termijn van 7 kalenderdagen geen
kort geding aanhangig is gemaakt, kunnen de gepasseerde Gegadigden geen bezwaren meer maken naar aanleiding
van deze beslissing en hebben zij hun recht ongedaanmaking van de beslissing te vorderen verwerkt en zal de
aanbestedingsprocedure worden voortgezet.
Voordat de opdracht (definitief) wordt gegund aan de inschrijver met de economisch meest voordelige inschrijving,
verstuurt opdrachtgever eerst via de berichtenmodule van Mercell Source-to-Contract een zogenoemd voornemen
tot gunning. (Dit is de mededeling van de gunningsbeslissing als bedoeld in artikel 2.130 Aanbestedingswet 2012). Dit
voornemen tot gunning houdt nog geen definitieve gunning van de opdracht in aan de inschrijver met de
economische meest voordelige inschrijving. Door het uiten van het voornemen tot gunning komt derhalve nog geen
overeenkomst tot stand, zoals bedoeld in artikel 6:217 BW.
De Inschrijvers die niet voor gunning van de Opdracht in aanmerking komen, ontvangen een
motivering van de reden tot afwijzing. Deze afwijzing wordt gelijktijdig verzonden met het
voornemen tot gunning aan de winnende Inschrijver. Indien een Inschrijver zich niet kan
verenigen met de afwijzing dan wel uitsluiting, dient deze uiterlijk binnen 20 (twintig)
kalenderdagen na verzenddatum van het voornemen tot gunning een kort geding aanhangig
te maken bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg, locatie Maastricht. Deze
termijn van twintig kalenderdagen wordt ook wel de stand still-termijn genoemd. Indien het
kort geding niet binnen de gestelde termijn van twintig dagen aanhangig wordt gemaakt, zal
de vordering niet ontvankelijk worden verklaard.