VRNHN heeft hiertoe besloten omdat:
Beide inschrijvingen niet voldoen aan de geraamde waarde en niet passen binnen het vooraf vastgestelde budget van VRNHN. Beide Inschrijvers hebben zodoende een ‘onaanvaardbare inschrijving’ gedaan, waarvan de inschrijfprijs het door de aanbestedende dienst begrote bedrag, vastgesteld en gedocumenteerd vóór de aanvang van de aanbestedingsprocedure, overschrijdt (artikel 2.28 lid 4 b Aanbestedingswet). De inschrijfprijzen sluiten niet aan bij de eerder afgenomen trainingen.