Voorwaarden voor deelname (technische en beroepsbekwaamheid)
Kerncompetentie 1:
Architectonische en bouwkundige ontwerpwerkzaamheden en bijbehorende adviesdiensten voor een nieuwe permanente MFA.
De gegadigde dient minimaal te beschikken over de competentie om een nieuwe permanente MFA van minimaal 2.250 m² bvo architectonisch en bouwkundig te ontwerpen.
Kerncompetentie 2:
Constructieve ontwerpwerkzaamheden en bijbehorende adviesdiensten voor een nieuw permanent utiliteitsgebouw.
De gegadigde dient minimaal te beschikken over de competentie om de constructie van een nieuw permanent utiliteitsgebouw van minimaal 2.250 m² bvo te ontwerpen.
Kerncompetentie 3:
Coördinatie van een ontwerpteam bij het ontwerpen van een MFA
De gegadigde dient minimaal te beschikken over de competentie om de coördinatie van een ontwerpteam tot en met bestek/technisch ontwerp van een nieuw MFA van minimaal
2.250 m2 bvo succesvol te verzorgen.
Kerncompetentie 4:
Duurzaam ontwerpen
De gegadigde dient minimaal te beschikken over de competentie om een duurzaam utiliteitsgebouw (bouwkundig) te ontwerpen. Onder een duurzaam utiliteitsgebouw verstaat de Aanbestedende dienst een (utiliteits)gebouw op basis van BENG (bijna-energieneutraal gebouw).
De eisen die aan de referenties voor de technische bekwaamheid worden gesteld zijn:
De opdracht (tenminste uitvoering gereed ontwerp) is opgeleverd in de periode van drie (3) jaren voorafgaand aan de uiterste datum van het verzoek tot deelname zoals vermeld in paragraaf 2.2. Dit betekent dat het gebouw mag zijn opgeleverd in deze periode of op dit moment nog in uitvoering is, mits het uitvoering gereed ontwerp is afgerond in de afgelopen drie jaar;
Bij elke referentie dient een tevredenheidsverklaring van de opdrachtgever te worden bijgevoegd. Enkel een tevredenheidsverklaring waaruit blijkt dat aan de betreffende kerncompetentie is voldaan, volstaat ook;
De gegadigde heeft de werkzaamheden waarop de kerncompetentie ziet zelf uitgevoerd. Indien de werkzaamheden waarop de kerncompetentie ziet zijn uitgevoerd door een onderaannemer of door een nevenaannemer dan dient hierbij een beroep op een derde te worden gedaan (invullen in het UEA in Deel II onder C.);
Het is mogelijk dat één referentieproject als bewijsstuk wordt gebruikt voor meerdere of alle kerncompetenties. In dit geval dient duidelijk aangegeven te worden op welke kerncompetentie een bepaalde referentie van toepassing is;
De Aanbestedende dienst heeft het recht om in geval van twijfel omtrent de juistheid van de beschrijving nader bewijs van de gegadigde te verlangen en navraag te doen.