Tekst
Lijst en beknopte beschrijving van de selectiecriteria:
De inschrijver dient bij de inschrijving referentie(s) op te geven, welke ten hoogste drie (3) jaren geleden zijn afgerond, gerekend vanaf de sluitingstermijn van het indienen van de inschrijvingen, teneinde zijn bekwaamheid aan te tonen met betrekking tot essentiële onderdelen (kerncompetenties) van de onderhavige opdracht.
Vorenstaande houdt in dat inschrijver per geformuleerde kerncompetentie maximaal één (1) referentie dient in te dienen. De kerncompetenties zijn:
Perceel 1:
— Kerncompetentie:
Ervaring met het leveren van administratieve flexkrachten t/m schaal 7 aan een overheidsinstelling of publiekrechtelijke instelling met een minimale jaarlijkse opdrachtomvang van 100 000 EUR.
Perceel 2:
— Kerncompetentie 1:
Ervaring met het leveren van flexkrachten t/m schaal 7 buitendienst aan een overheidsinstelling of publiekrechtelijke instelling met een minimale jaarlijkse opdrachtomvang van 250 000 EUR.
— Kerncompetentie 2:
Ervaring met het leveren van flexkrachten productiepersoneel met een minimale jaarlijkse opdrachtomvang van 60 000 EUR.
Perceel 3:
— Kerncompetentie:
Ervaring met het uitvoeren van payrolling van minimaal 15 personen met een minimale jaarlijkse opdrachtomvang van 150 000 EUR.
Ter bewijs dient inschrijver de genoemde referenties, volgens het standaardformat als opgenomen in Bijlage D, toe te voegen aan de inschrijving. Uit de te overleggen referenties dient duidelijk en ondubbelzinnig de ervaring, zoals door de aanbestedende dienst wordt gevraagd, te blijken.
De inschrijver dient voldoende kennis en kunde in huis te hebben om de opdracht efficiënt en vakkundig uit te voeren. Hiertoe dient de inschrijver minimaal te beschikken over de volgende certificeringen: NEN 4400-1 of -2.
Indien inschrijver niet over de vereiste certificaten beschikt, maar over een gelijkwaardig certificaat of kwaliteitsborgingssysteem, dan dient zij dit in haar inschrijvingsbrief bij inschrijving aan te geven en te omschrijven waarom het systeem als gelijkwaardig moet worden beschouwd. De gelijkwaardigheid moet zien op de beoordeling van inschrijvers verplichtingen uit arbeid, te weten:
— De identificatie van de onderneming;
— De aangifte en afdracht van (in Nederland) verschuldigde loonheffingen en omzet-belasting;
— Loonbetaling niet in strijd met de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag;
— Het uitvoeren van identiteitscontrole en controle op het gerechtigd zijn tot het verrichten van arbeid in Nederland;
— Het voorkomen van risico's op aansprakelijkstelling en boetes voortvloeiend uit in- en doorlenen of uitbesteden van werk;
— Het administreren en bewaren van de vereiste documenten.
De aanbestedende dienst dient uit de omschrijving te kunnen opmaken dat het betreffende certificaat of gehanteerde kwaliteitsborgingssysteem ook daadwerkelijk gelijkwaardig is. Ter bewijs van deze gelijkwaardigheid kan de aanbestedende dienst bij het voornemen tot gunning van de beoogd opdrachtnemer vragen de gelijkwaardigheid nader aan te tonen.