Flevoland - Kennisontwikkelingsprogramma Archeologie Hanzelijn, Thema 1B ORS 503352

ProRail BV

Werkzaamheden:
Thema 1, deelproject 1B.
"Kritische analyse van bestaande, en testen van nieuwe methodieken voor de opsporing en waardering van afgedekte prehistorische archeologische vindplaatsen in Flevoland en in vergelijkbare afgedekte landschappen".
Samenvatting van het beoogde onderzoek Thema 1B.
Inkadering.
Onder Thema 1 van het Programma Kennisontwikkeling zijn in logische volgorde een aantal deelonderzoeken gegroepeerd die moeten resulteren in optimalisatie van toekomstig archeologisch veldonderzoek in het kader van de archeologische monumentenzorg in Flevoland.
Deelproject 1A is inmiddels afgerond en bestond uit een inventarisatie en evaluatie van in de afgelopen 25 jaar in de provincie Flevoland uitgevoerde archeologische, paleolandschappelijke (waaronder geologische bodemkundige, geohydrologische en geochemische veldonderzoeken) en paleo-ecologische onderzoeken. Dit heeft onder andere geresulteerd in een database die als uitgangspunt kan gaan gelden voor het onder Deelproject 1B beoogde onderzoek.
Deelproject 1C omvat het opstellen van een nieuwe Leidraad voor de uitvoering van toekomstig archeologisch veldonderzoek in het kader van het proces van archeologische monumentenzorg in Flevoland en vergelijkbare afgedekte landschappen. Deze Leidraad zal in hoge mate worden gebaseerd op de uitkomsten van de onder Deelproject 1B uit te voeren studies.
Deelproject Thema 1C wordt op een latere moment gecontracteerd en vormt geen onderdeel van deze aanbesteding.
Activiteiten onder Thema 1B.
Het gevraagde onderzoek bestaat uit een aantal samenhangende onderdelen, die gefaseerd dienen te worden uitgevoerd. Allereerst betreft het een gedetailleerde analyse van het bestaande opsporingsgerichte archeologische veldonderzoek in Flevoland. In deze analyse dient tot uitspraken te worden gekomen over de betrouwbaarheid, het oplossend vermogen (succesfactoren) en de beperkingen van de huidige veldmethodieken. Knelpunten dienen in kaart te worden gebracht en vervolgens moet gezocht worden naar mogelijke verbeteringen in bestaande, of alternatieve nieuwe (veld)methodieken. In de volgende fase wordt een plan van aanpak opgesteld voor het testen van de benoemde verbeteringen en/of alternatieve methodieken in het veld. In de daaropvolgende testfase kunnen een aantal praktijkgerichte tests worden uitgevoerd. De precieze prioritering daarin wordt vastgesteld na afloop van de analysefase.
Te onderzoeken aspecten.
Als het gaat om het opsporen van verbeterpunten en succesfactoren binnen de bestaande methodieken wordt gedacht aan:
— de techniek van karteren van het afgedekte paleolandschap: inzet andere boortechnieken, grotere volumes, verbeteringen in het steken van ongestoorde stratigrafische monsters,
— de wijze van beschrijven, classificeren en (statistisch) analyseren van boorgegevens,
— de bruikbaarheid van paleovegetatieonderzoek als methode voor opsporing,
— de bruikbaarheid van sedimentanalyse en micromorfologie als opsporings- en waarderingsmethodiek (waaronder het ontwikkelen van zgn. proxy's),
— de bruikbaarheid van de combinatie van archeobotanische, fysisch-geografische en archeologische indicatoren voor opsporing en waardering,
— de bruikbaarheid en zeggingskracht van bepaalde vondstcategorieën als archeologische indicatoren: houtskool, knapperstenen, visgraten, hazelnoten, vuursteen, microdebitage.
Inrichting van de testfase.
De testfase kan eveneens bestaan uit verschillende onderdelen:
— simulaties in het veld gericht op het vaststellen van de trefkans bij verschillende soorten booronderzoek (variaties in grid, boorvolume, behandeling monsters),
— het testen van nieuwe (boor) technieken, bijvoorbeeld als het gaat om kostenefficiëntie en bruikbaarheid voor het nemen van ongestoorde stratigrafische monsters,
— gecombineerd veld- en laboratoriumonderzoek gericht op het testen van de bruikbaarheid van vegetatieanalyse, micromorfologie en vondstcategorieën in zeefresiduen,
— het definiëren van objectieve criteria en parameters voor het gebruik van archeologische indicatoren voor het identificeren en waarderen van archeologische vindplaatsen.
Samenvatting van de gevraagde producten.
— een analyserapport met betrekking tot de stand van zaken op het gebied van de archeologische prospectie en waardering van archeologische vindplaatsen in Flevoland met aanbevelingen voor verbeteringen,
— een Plan van Aanpak (waar nodig KNA conform) voor de testfase met onderbouwde keuzes en praktische inrichting van de testfase, inclusief mogelijke testlocaties,
— deelrapporten met uitkomsten van de verschillende onderzochte aspecten in de testfase,
— een Nederlandstalig eindrapport met alle resultaten van deelproject 1B en inclusief aanbevelingen ten aanzien van het al dan niet opnemen van uitkomsten uit de verschillende onderzochte aspecten in de Leidraad onder deelproject Thema 1C.

Deadline
De termijn voor de ontvangst van de offertes was 2012-01-09. De aanbesteding werd gepubliceerd op 2011-12-06.

Wie?

Wat?

Waar?

Aankoopgeschiedenis
Datum Document
2011-12-06 Aankondiging van een opdracht
2011-12-12 Aanvullende inlichtingen
2011-12-19 Aanvullende inlichtingen